Kweek azuur mees.

 

 

 

 In het najaar van 2005 kon ik plotseling wat van deze prachtige vogeltjes overnemen. Ik was er al lang naar op zoek, maar kon er nergens kopen.

 

Ik was dan ook erg gelukkig toen een kweker uit het oosten van het land mij belde dat ik zijn azuurmezen kon overnemen. Hij had er even geen plaats voor.

 

 

 

De azuurmeesjes waren in goede conditie en werden in de volière ondergebracht met een koppel baardmannetjes en dit leek goed te gaan. Alleen toen de baardmannetjes broedrijp waren bleek dat het berkenblok, dat voor de azuurmezen bestemd was,  hun keuze voor nest gelegenheid was. Vreemd want baardmannetjes staan niet bekend als holenbroeders.

 

Het was nog te vroeg voor de azuurmezen, dus de baardmannetjes kon gerust een nest in dat blok groot brengen. Dit is niet gelukt, de eieren waren onbevrucht.

 

Kort daarna de baardmannetjes uitgevangen en in een broedkooi ondergebracht.

 

 

 

Enige tijd later keek ik weer eens in het blok en zag dat er een nestje in gemaakt was. De azuurmees was dus begonnen. Korte tijd later lagen er 5 eitjes.

 

Als de pop het nest verlaat, dekt ze deze af. Het lijkt dan net of ze een nest boven op het oude nest willen bouwen, maar dit is een normaal verschijnsel voor mezen. Als nest materiaal werd sisal fibre gemengd verstrekt, wat bestaat uit sisal, jutte , kokosvezel en watten. Ook werd mos en wat dierlijk haar gebruikt.

 

Meer dan 5 eitjes kwamen er niet. De pop maakte geen aanstalten om te gaan broeden. Het was toen net de koude periode in mei. Diverse kwekers gebeld of dit een normaal verschijnsel was, maar niemand kende het. Diverse tips kreeg ik, waaronder het levende voer maar flink te verhogen en of dit geholpen heeft weet ik niet, maar zaterdag ging de pop plots over tot broeden

 

Vrijdag  9 juni waren er 4 jongen dus de variatie in levend voer werd verder verhoogt en alles leek goed te gaan. Zaterdag de eerste foto’s gemaakt.

 

 ‘s Zondags werden de jongen nog goed gevoerd door beide ouders. In de loop van de middag werd er ineens minder gevoerd. Het was toen buiten meer dan 30 graden, dus in de volière zal de 40 graden wel gehaald zijn.  De ouders gingen nog maar eens per uur naar het blok en waren er dan ook zo weer weg. Wat nu toch? Geen goed voer?  Weide plankton kon nog de oplossing zijn. Een bladzuiger gehaald en voldoende insecten verzameld. Dit zette toch weer aan tot een verhoogde voeractiviteit, maar alle inspanningen waren toch voor niets geweest, want maandag 12 juni lagen alle jongen dood op de bodem van de volière.

 

Het kwam niet meer tot een nieuw nest beide vogel vielen in de rui.

 

 

 

In het najaar kon ik via een bevriende kweker aan een jonge pop komen. Ik had  zelf nog een man, dus had ik nu  2 koppels in mijn bezit, met als doel in kweekseizoen 2007 met 2 koppels te gaan kweken, helaas verliep dit anders.

 

Eerst hing de man van het oude koppel  zich op, mezen zijn zo nieuwsgierig dat ze in alle hoeken en gaten kruipen.

 

Dus weer op zoek naar een nieuwe man, die werd niet gevonden,

 

Daarna sneuvelde in het voorjaar de oude pop door onverklaarbare oorzaak.

 

 ‘s Morgens zat ze plots dik en ‘s  avonds was ze dood. Zo snel gaat dat met insect etende vogels.

 

 

 

Als het dit jaar tot kweek resultaten zou komen moest het jonge koppel het doen. Ze werden samen gehuisvest, weer met een koppel baardmannetjes. Op zich gaf dit geen problemen, alleen wilde het koppel baardmannetjes weer in het berkenblok nestelen wat bestemd was voor de azuurmezen.

 

Het koppel baardmannetjes maar overgeplaatst naar een andere volière, zodat de azuurmezen een volière voor zichzelf hadden.

 

 

 

Rond 10 mei 2007 begonnen de azuurmezen met de  nestbouw. Er werden deze keer 10 eitjes gelegd, die niet allemaal bevrucht waren.

 

Het broeden verliep niet zoals vorig jaar. Toen kwam de pop bijna niet van het nest, nu kon het gebeuren dat de pop ruim 2 uur niet op het nest terug ging. Ik had er dan ook niet veel vertrouwen in, dat de eieren uit zouden komen. Toch waren er na 14 dagen broeden op9 juni de eerste 3 jongen. In de dagen erna kwamen er nog 3 jongen uit het ei. Twee ervan vond ik al snel  dood op de  bodem van de volière. De overige 3 jongen  groeiden goed, het 4e jong kwam achteraan.

 

Na 6 dagen kon ik de oudste 3 jongen ringen. Het 4e was nog te klein, dat heb ik 2 dagen later geringd . Het ringen ging zonder problemen. Omdat dit jaar de ringen zwart zijn, heb ik geen ventielslang of andere zaken over de ringen gedaan. Helaas lag het 4e een dag later dood op de bodem van de volière. Zou ik dan 3 jongen over kunnen houden? Want van de overgebleven 3 kwam er ook eentje wat achter aan, maar na 14 dagen was daar niets meer van te zien.

 

 

 

Op vrijdagochtend 29 juni  vliegen er 2 jongen uit. Het 3e jong zit nog in het blok en wordt nog wel gevoerd. Ik zie regelmatig een van de oude vogels het blok in gaan. Zaterdagmorgen 30 juni  heeft ook het 3e  jong het nest verlaten. Het is wel iets kleiner dan de andere, maar hij redt zich goed.

 

Nu alle jongen zijn uitgevlogen heb ik ook eens in het nest blok gekeken hoe dat er uit zag. Het was brandschoon.  Het leek of er nooit jongen in gezeten hadden.

 

De ouders hadden alle ontlasting steeds uit het nest meegenomen en op de zitstokken gelegd die ik dan ook elke dag schoonmaakte.

 

Vrijdagmorgen 6 juli was het een koude en natte dag en zat het kleinste jong dik. Mensen die met insectenetende vogels kweken weten dat het dan verloren is. Eerst zat het jong nog op stok, maar later op de grond en  tegen de avond was het dan ook dood. Nu maar hopen dat het met de andere 2 goed blijft gaan. Woensdag 11 juli is er weer een jong dood. Het begint nu toch wel erg op de tien kleine negertjes te lijken. Wat zo mooi leek te gaan, eindigt in een minuur. We zullen maar hopen dat het volgende kweekseizoen beter verloopt en dat ik dan met 2 koppels aan de slag kan.

 

 

 

Evenals vorig jaar is het met één broedsel gestopt. Er zijn kwekers waar de azuurmezen 2 keer op een jaar nestelen, maar dat is vaak als het eerste nest vroegtijdig sneuveld.

 

 De jongen zijn groot gekomen met het bekende eivoer wat ik ook aan mijn baardmannetjes voer, aangevuld met miereneitjes, pinky’s en buffalo wormen uit de diepvries. Wat de azuurmezen ook graag en veel voerenden, waren witte pas vervelde levende meelwormen. Eerst het liefst zo klein mogelijk en later wat grotere en ook diepvries wasmotten.